Essential for Science

Essential for Science

Essential for Science

This blog is part of the “RFT Dictionary” series. RFT stands for Relational Frame Theory, an incredible theory that explores the relationship between language and behavior. RFT can be challenging for newcomers to grasp, as it incorporates numerous terms that may seem like a foreign language. That’s why these blogs exist—to serve as a sort of dictionary for RFT. The bolded words in the text can be found in the dictionary, providing definitions and explanations to enhance your understanding.

In the previous blog, we saw that truth and evidence depend on how you view life: your philosophy or worldview. We have established that you cannot look at life without a worldview. It’s like a pair of glasses that you can’t take off but can exchange for another pair. Even scientists wear such glasses and have a worldview. Philosopher of science, Pepper (1942), distinguished between six different global worldviews, which he called world hypotheses. Each has its own perspective on truth, also known as the “truth criterion.”

Suitability for Science 

However, not every world hypothesis is suitable for science, according to Pepper. In this blog, I would like to tell you more about what a worldview or world hypothesis must meet if you want to use it as a basis for science. For science, it is necessary for me to confirm or refute someone’s claim. When I make a statement, you should be able to confirm or refute it. Pepper calls this process corroboration. Corroboration of a claim can be done in two ways:

1) Through measurements

2) Through logic

Measurements

For example, I could measure the boiling point of water using a thermometer. I say to you, the reader, “Water boils at 100 degrees Celsius.” You might not be convinced and want to conduct the measurement yourself. You do so and see that the thermometer indeed shows 100 degrees when the water boils. With your measurement, you confirm my claim. Pepper refers to this confirmation of a claim based on measurements as “corroboration of data.”

 

Logic

You can also confirm something based on logic. Take, for example, a chair made by a manufacturer named Poofywoof. This manufacturer, Poofywoof, is known for producing sturdy chairs. Poofywoof has a certification and undergoes regular external inspections to assess the strength of their chairs. Recently, I have purchased such a chair from Poofywoof, and I say to you, “This is a sturdy chair, go ahead and sit on it, it’s from Poofywoof!” You are still a bit skeptical and ask me, “Why is this chair sturdy? Just because it’s from Putjefrats?” I’ll respond, “Well, Putjefrats is known for producing sturdy chairs; they have a certification and undergo regular inspections.” “Oh, if that’s the case,” you say, “then it is very likely that this is a sturdy chair.” This way, you confirm my claim based on the logical coherence of various data. Pepper refers to this confirmation based on logic as “corroboration of danda.”

Within a world hypothesis, both opportunities of confirmation or refutation must be possible: both based on logic and based on data. Two of Pepper’s world hypotheses don’t meet this standard, and four do. In the next blog, we will look at the two worldviews that are unsuitable for science: Animism and Mysticism.

World hypotheses themselves cannot be corroborated

A world hypothesis cannot be refuted or confirmed as true in itself. Something is true within a particular world hypothesis or from a specific worldview. Truth does not exist independently of a world hypothesis, as mentioned in the previous blog. Trying to confirm or refute a world hypothesis is like eating your own mouth: it’s impossible. One world hypothesis cannot be more or less true than another. This also applies to world hypotheses that are not suitable for science.

In the next blog, more about Animism and Mysticism.

References
Pepper, S. C. (1942). World hypotheses: A study in evidence (Vol. 31). Univ of California Press.

Wat verwacht je van een therapie? Meer over Procesgerichte Interactieve Therapie.

Wat verwacht je van een therapie? Meer over Procesgerichte Interactieve Therapie.

Wat verwacht je van een therapie? Meer over Procesgerichte Interactieve Therapie.

Wat moet therapie doen? Wie ben je als therapeut? Wat verwacht je van je cliënten? En wat verwacht je van jezelf als therapeut?

Er is niet één goed antwoord op deze vraag. Je kunt deze vraag vanuit verschillende perspectieven beantwoorden en dan krijg je verschillende antwoorden die allemaal ok zijn. Het antwoord wat je hieronder leest is niet het juiste antwoord, maar een antwoord dat bij mij past. Misschien past het ook bij jou?

Interactie als uitgangspunt

Procesgerichte Interactieve Therapie (PiT) neemt als uitgangspunt de interactie. Dat is de interactie met jezelf en je omgeving. De therapeut is onderdeel van de omgeving van de cliënt. De cliënt interacteert met de therapeut als geheel, dus niet alleen met de methodes die de therapeut weet, maar met de hele therapeut. Alles wat de therapeut doet en is, daar interacteert de cliënt mee. Zodoende is de therapeut de interventie. Jij bent de interventie voor je cliënt.

Dit vormt de basis van PiT. De interventies, methodes, wetenschappelijke theorieën, gedragsanalyses, alles tot aan de wetenschapsfilosofie aan toe, zijn hier op gebaseerd. Dat betekent dat dit alles je helpt in de interactie met je cliënt.

Wat verwacht ik niet van de cliënt?

Zo kan je vanuit de wetenschappelijke theorie niet verwachten van je cliënt dat hij zomaar gaat veranderen. Zijn huidige gedrag is gebaseerd op vele, vele, interacties met anderen (de ouders, broers, zussen, school, vrienden, onbekenden, samenleving, cultuur, etc.) Het gedrag heeft een functie, een reden. Wat de functie is van het gedrag heeft te maken met deze eerdere interacties. Dit noemen we de leergeschiedenis van de cliënt. Vanuit hier is het niet logisch dat gedrag zich snel ombuigt met zo een lange leergeschiedenis. We verwachten dat dit langzaam gaat.

Wat moet therapie doen?

Wat ik, vanuit PiT, verwacht van therapie, is dat iemand, in contact met mij, dichter bij zichzelf kan komen en vanuit zichzelf keuzes kan maken die wellicht beter bij diegene passen. Meestal komen cliënten niet met deze vraag binnen: ‘Kan je me helpen dichter bij mezelf te komen?’ Nee, meestal komen ze binnen met een probleem, wat ze opgelost willen hebben. Vaak is het achterliggende idee: ik ben nu niet ok, maar als mijn probleem is opgelost ben ik dat wel. Dit klinkt in eerste instantie heel logisch. Alleen, wat blijkt in veel gevallen, zelfs als het probleem is opgelost, dan nog is de persoon in kwestie niet ok. Het probleem is dat de cliënt zichzelf op een diep niveau niet ok vindt. Wat ik doe in therapie is dat ik de persoon, met zijn probleem, ok vind. De cliënt hoeft voor mij niet te veranderen. Paradoxaal genoeg, is het makkelijker om te veranderen als je ok bent, dan om te veranderen omdat je niet ok bent. Als je wil kan je het volgende doen, om het te ervaren wat ik bedoel:

Zeg tegen jezelf: Ik ben ok en ik kan het anders doen.

Voel even goed wat je voelt. Herhaal hem nog eens en sluit eventueel je ogen om contact te maken met je gevoel en deze zin.

Zeg nu tegen jezelf: Ik ben niet ok, en ik moet het anders doen.

Voel nu hoe dit voelt. Ook hier kan je hem nog eens herhalen en je ogen sluiten.

Voelde het anders? Ik weet niet precies wat jij voelt, maar als ik dit doe, dan voel ik bij de eerste zin een rust en vanuit deze rust kan ik bewegen. Bij de tweede zin voel ik onrust en moet ik bewegen, ik wil hollen, rennen naar het punt dat ik wel ok ben. Ik wil je hiermee laten zien dat veranderen makkelijker is als het vanuit een ‘ik ben ok’ komt, dan een ‘ik ben niet ok’. Nu is het alleen dat deze ‘ik ben niet ok’ van de cliënt niet zo makkelijk om te buigen is. Dit is een heel verhaal wat de cliënt over zichzelf vertelt over wie hij is en wie de ander is. Zijn ‘ik ben niet ok’- verhaal is zijn sociale kompas, zonder dat weet de cliënt niet meer hoe hij zich naar anderen en naar zichzelf moet verhouden. Dat kan heel beangstigend zijn. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen op welke manier we invloed kunnen uit oefenen op dit verhaal, zodat we het langzaam(!) dit dynamische verhaal kunnen veranderen. De wetenschappelijke theorie: de Relational Frame Theory (RFT) geeft hier de mogelijkheid toe. Dit is een theorie die inzichtelijk maakt hoe taal en gedrag samenhangen. Op basis daarvan weet je wat je ingang kan zijn in het verhaal van je cliënt.

Wat verwacht ik van mezelf als therapeut

Ik verwacht dat ik hier bij de cliënt kan zijn, waar de cliënt nu is. Ik verwacht dat ik de cliënt, langzamerhand kan uitnodigen in het contact met mij. Hiervoor is het nodig dat ik bij mezelf kan zijn in het contact met mijn cliënt. Zodoende is zelfzorg voor de therapeut essentieel. Daarnaast verwacht ik van mezelf dat ik inzicht kan krijgen vanuit mijn hoofd en mijn hart waarom de cliënt doet wat hij doet. Ik wil het begrijpen waarom de cliënt doet wat hij doet en daar helpt de RFT mij bij. En ik wil gevoelsmatig snappen, wat het betekent om met het verhaal van de cliënt te leven, zodat ik ook op dit niveau contact kan maken met de cliënt.

Wat verwacht ik wel van de cliënt?

Op korte termijn verwacht ik niks van mijn cliënt, dat deze er is, is genoeg. Op lange termijn verwacht ik dat de cliënt zijn probleem niet hoeft op te lossen om ok te zijn. Dat hij ook met zijn probleem ok kan zijn en vanuit daar het probleem anders kan aanpakken. Dit is namelijk de kant die ik op beweeg en een cliënt kan daarin meebewegen, of niet. Ik heb er ook begrip voor dat een cliënt niet beweegt. Ik wil ook nooit zeggen dat mijn manier van therapie geven de beste of de enige valide is. Sommige therapieën leggen meer focus op het problemen kunnen oplossen, dat zou ook kunnen werken. Als de cliënt een dergelijke therapie wil, dan stuur ik ze met liefde door naar een collega die op die manier werkt. Ik kan niet zo werken, omdat ik daar niet in geloof. Daarom verwacht ik impliciet op de lange termijn van mijn cliënten dat ze hun problemen niet hoeven op te lossen om ok te zijn.

Wil je nou meer weten over RFT, ik doe de hele theorie uit de doeken in een blogreeks. Het eerste artikel kan je hier lezen en een overzicht van de artikelen in deze reeks kan je hier vinden. Als wil meer wil weten over RFT en hoe je RFT kan toepassen in de praktijk, om bijvoorbeeld op gevoelsniveau contact te maken met het verhaal van je cliënt, volg dan de RFT workshop.

Wil je Procesgerichte Interactieve Therapie leren, met alles erop en eraan? Schrijf je dan in voor de 3-jarige opleiding.

RFT Glossary

RFT Glossary

Beneath, you’ll first find an index of the articles on RFT and related topics. You can click on the article you’d like to read. Further down, you’ll find a glossary of all the terms from Relational Frame Theory and related theories, written in bold. Click on a term to learn more about it. The links provide articles for the terms. This way, the glossary will continue to expand over time. Click here to go to the glossary directly.

Glossary 

Animism: A world hypothesis that posits the existence of a divinity. This world hypothesis is unsuitable for science.
Corroboration of Danda: to refute or confirm a claim or observation based on logical coherence.
Corroboration of Data: to refute or confirm a claim or observation based on measurements.
Formism: A world hypothesis that is based on unique forms sharing attributes. Unique forms can be categorized based on attributes. The DSM is an example of formism in psychology.
Mysticism: A world hypothesis which is based on the mystical experience: the feeling of being one with everything. This world hypothesis is unsuitable for science.
Truth Criterion: A criterion by which something is considered true. A truth criterion is associated with a world hypothesis. Something is considered true within a world hypothesis if it meets this criterion.
World Hypothesis: A global worldview with its own truth, also known as a truth criterion.

Science, evidence, and truth through different lenses

Science, evidence, and truth through different lenses

Science, evidence, and truth through different lenses

This blog is part of the “RFT Dictionary” series. RFT stands for Relational Frame Theory, an incredible theory that explores the relationship between language and behavior. RFT can be challenging for newcomers to grasp, as it incorporates numerous terms that may seem like a foreign language. That’s why these blogs exist—to serve as a sort of dictionary for RFT. The bolded words in the text can be found in the dictionary, providing definitions and explanations to enhance your understanding.

Science and truth

You may often come across headlines like “Science reveals that…” or “Science proves that…” in news articles. In our society, science is generally seen as a pursuit that can uncover the truth about how our world works and how we function. We believe there is one truth that exists outside of us, waiting to be discovered. Once we know this truth, we are certain. We know what to do, which choices to make, how the world operates, what is real, and what is not.

Evidence-based medicine (EBM) is a popular concept in psychology. EBM refers to therapies for which there is evidence of effectiveness. But when do we consider something as effective? How do we establish evidence? What underlies this evidence? When is something true? To explore these questions, we turn to Pepper (1942), a philosopher of science who studied truth.

Pepper argued that what is considered evidence and truth depends on your worldview. A worldview is a perspective from which you view life, similar to wearing a pair of glasses. When you put on red-tinted glasses, you see the world as red. When you put on blue-tinted glasses, you see the world as blue.

Can’t I go on without glasses?

Now you might be thinking, “Well, then I won’t wear any glasses, and I’ll see the world as it truly is.” But that’s not possible. You cannot go trough life without a worldview, and this applies to scientists as well. A scientist is not a blank slate when they embark on their research. They don’t hatch from an egg and start asking questions and conducting investigations.

 

A scientist also grows up and develops within a community that provides them with a set of glasses. Perhaps they may switch glasses later on, but they will never be able to look at the world without glasses. Their glasses determine which research questions are relevant and which are not, how they design their research, which factors they consider important to include, and ultimately, what they consider as true or as evidence for their research question. In future blogs, we will explore how these worldviews also influence how we view therapy, what we expect from therapy, therapists, and research on therapy.

World Hypotheses

Pepper describes six different global worldviews, which he refers to as “world hypotheses.” According to him, they are hypotheses because they cannot be tested. They are pre-analytical assumptions, which means they are assumptions made before conducting any research or analysis. All six world hypotheses will be further discussed in future blogs.

Truth is dependent on your worldview or world hypothesis

According to Pepper, each world hypothesis has its own perspective on truth. Each world hypothesis has its own criterion for determining when something is true, he says. These criteria of each of the world hypotheses are called a “truth criterion.” Therefore, there are multiple truths (truth criteria) that are associated with a worldview or world hypothesis. What we perceive as evidence is also influenced by the world hypothesis we adhere to. We will see how this unfolds when we delve into the specific world hypotheses.

In summary, science can be practiced from different worldviews. Pepper distinguishes six global worldviews, which he refers to as world hypotheses. Each world hypothesis has its own truth or truth criterion. What you consider as evidence is therefore dependent on the lens you wear or the world hypothesis you adhere to.

Some world hypotheses are suitable for science, while others are not. I will explain this in the next blog post.

References
Pepper, S. C. (1942). World hypotheses: A study in evidence (Vol. 31). Univ of California Press.

Wetenschap, bewijs en waarheid door verschillende brillen

Wetenschap, bewijs en waarheid door verschillende brillen

Wetenschap, bewijs en waarheid door verschillende brillen

Deze blog is onderdeel van de reeks ‘het RFT-woordenboek‘. RFT staat voor Relational Frame Theory. RFT is een geweldige theorie over hoe taal en ons gedrag samenhangen. RFT kan voor nieuwkomers wat uitdagend zijn om in te komen. Het heeft veel woorden die haast wel een vreemde taal lijken. Daarom zijn deze blogs er, als een soort woordenboek voor RFT. De dikgedrukte woorden in de tekst vind je terug in het woordenboek.

We beginnen deze serie over RFT met een reeks blogs over de wetenschapsfilosofie. De komende artikelen zijn gebaseerd op het boek van wetenschapsfilosoof S.C. Pepper ‘World Hypotheses: A study in evidence‘ uit 1942.

 

Wetenschap en waarheid

Je ziet wel eens koppen van nieuwsberichten voorbij komen als ‘Wetenschap wijst uit dat…’ of ‘Wetenschap bewijst….’ In onze samenleving zien we wetenschap doorgaans als een bezigheid die de waarheid kan achterhalen. Bijv., wat waar is over hoe onze wereld werkt en hoe wij werken. Er is één waarheid, die ligt buiten ons en moeten we leren kennen. En als we die waarheid kennen, dan weten we het zeker. Dan weten we wat we moeten doen, welke keuzes we moeten maken, hoe de wereld werkt, wat echt zo is en wat niet echt zo is.

Evidence-based medicine (EBM) is een populair begrip in de psychologie. EBM is therapie waarvan er bewijs is dat het effectief is. Alleen wanneer beschouwen we iets als effectief? Hoe komen we tot evidence, tot bewijs? En wat ligt er ten grondslag aan dit bewijs? Wanneer is iets waar? Voor deze vragenstukken kijken we naar wetenschapsfilosoof S.C. Pepper, die in 1942 World Hypotheses: A Study in Evidence schreef.

Hierin schreef hij dat wat bewijs genoemd wordt en wat gezien wordt als waarheid afhankelijk is van je wereldbeeld. Zo een wereldbeeld is een perspectief vanuit waar je naar het leven kijkt. Je kan vergelijken met een bril. Als je een rode bril op zet, zie je de wereld rood. Als je een blauwe bril op zet zie je de wereld blauw.

Kan ik niet zonder bril?

Nu denk je misschien ‘nou, dan zet ik toch geen bril op, dan zie ik de wereld zoals die is’. Maar dat is niet mogelijk. Je kan niet zonder wereldbeeld, ook een wetenschapper niet. Een wetenschapper is geen onbeschreven blad als hij begint met zijn onderzoek. Hij komt niet uit een ei gekropen en begint met vragen te stellen en onderzoek te doen.

 

Ook een wetenschapper groeit op en ontwikkelt zich in een gemeenschap die hem een bril mee geeft. Misschien wisselt hij later nog van bril, maar hij zal nooit zonder bril naar de wereld kunnen kijken. Zijn bril bepaalt welke onderzoeksvragen relevant zijn en welke niet, hoe hij het onderzoek op zet, welke factoren hij belangrijk vindt om mee te nemen en uiteindelijk ook wat hij als waar of als bewijs beschouwt voor zijn onderzoeksvraag. In toekomstige blogs zullen we zien dat deze wereldbeelden ook invloed hebben op hoe we naar therapie kijken en wat we verwachten van therapie, therapeuten en onderzoek naar therapie.

Wereldhypotheses

Pepper omschrijft 6 verschillende globale wereldbeelden, 6 globale brillen, die noemt hij wereldhypotheses (World Hypotheses). Je kan deze wereldhypotheses zien als globale pre-analytische aannames of hypotheses. Dat zijn aannames die men doet voordat men een onderzoek of analyse doet. Je kunt deze aannames niet zelf onderzoeken, ze gaan immers vooraf aan onderzoek. Deze pre-analytische aannames of wereldhypotheses gaan over hoe de wereld eruit ziet of hoe de wereld werkt (bijv.: de wereld werkt als een machine). Dat klinkt misschien nog een beetje abstract, maar alle 6 de wereldhypotheses komen nog terug in toekomstige blogs. Dan wordt het wellicht wat tastbaarder en concreter.

Waarheid is afhankelijk van je wereldbeeld of wereldhypothese

Volgens Pepper heeft elke wereldhypothese zijn eigen kijk op waarheid. Elke wereldhypothese heeft zijn eigen criterium om te bepalen wanneer iets waar is, zo zegt hij. Deze criteria van de wereldhypotheses noemt hij het waarheidscriterium. Er zijn volgens hem dus meerdere waarheden (waarheidscriteria) en die hangen samen met een wereldbeeld of wereldhypothese. Wat we als bewijs zien is mede afhankelijk van de wereldhypothese die we aanhangen. Hoe dat eruitziet zullen we terug zien wanneer we de specifieke wereldhypotheses behandelen.

Samenvattend: Wetenschap kan beoefend worden vanuit verschillende wereldbeelden. Pepper onderscheidt 6 globale wereldbeelden, die Pepper wereldhypotheses noemt. Elke wereldhypothese heeft zijn eigen waarheid of waarheidscriterium. Wat je als bewijs beschouwt is dus afhankelijk van de bril die je op hebt of welke wereldhypothese je aanhangt.

Sommige wereldhypotheses zijn geschikt voor wetenschap andere niet. Hoe dat zit leg ik je uit in de volgende blog.

Vond je dit artikel waardevol? Ik vind het belangrijk dat deze kennis vrij toegankelijk is. Daarom kun je me steunen met een vrijwillige bijdrage, klik hier voor meer.

Referenties
Pepper, S. C. (1942). World hypotheses: A study in evidence (Vol. 31). Univ of California Press.