Contextualisme: Niks is logisch zonder context
Deze blog is onderdeel van de reeks ‘het RFT-woordenboek‘. RFT staat voor Relational Frame Theory. Dat is een geweldige theorie over hoe taal en ons gedrag samenhangen. RFT kan voor nieuwkomers wat uitdagend zijn om in te komen. Het heeft veel woorden die haast wel een vreemde taal lijken. Daarom zijn deze blogs er, als een soort woordenboek voor RFT. De dikgedrukte woorden in de tekst vind je terug in het woordenboek.
In de vorige blogs hebben we gezien dat waarheid en bewijs afhankelijk zijn van hoe je naar het leven kijkt: je wereldbeeld. We hebben gesteld dat je niet zonder wereldbeeld naar het leven kan kijken. Een algemeen wereldbeeld wordt door wetenschapsfilosoof Pepper (1942) ook wel een wereldhypothese genoemd. In de vorige blogs hebben we al een aantal van zijn wereldhypotheses behandeld. Deze week is het de beurt aan de laatste van Pepper’s wereldhypothese, namelijk het contextualisme.
Actie in Context
Het idee achter het contextualisme is dat niks los gezien kan worden van de context waarin het gebeurd. Neem bijvoorbeeld het plaatje hieronder van iemand die een krant boven zijn hoofd doet, terwijl het regent (context). Het is logisch dat iemand een krant boven zijn hoofd doet, als het regent, om niet nat te worden.
Context en Actie zijn één geheel.
Het is zelfs vreemd als we zijn actie, ‘krant boven het hoofd houden’, los zouden zien van de regen. Als we dat zouden doen, dan zien we alleen iemand met een krant boven zijn hoofd. Dat is een beetje een vreemd gezicht. Waarom heeft deze persoon een krant boven zijn hoofd? De context, in dit geval de regen, maakt de gebeurtenis logisch en begrijpelijk. We kunnen dus niks los zien van de context waarin het gebeurd.
Het is vreemd om alleen naar de actie te kijken, los van de context
Het contextualisme noemt de gebeurtenis ook wel een actie-in-context. In ons voorbeeld was de krant boven het hoofd houden een ‘actie’, in de context van de regen. De actie-in-context is doorlopende gebeurtenis, hij gaat alsmaar door. Laten we dit nader bekijken aan de hand van twee dansende mensen.
Een dans is een doorlopende interactie tussen twee mensen
In deze dans is de man zich continu aan het aanpassen en reageren (actie) op de beweging van de vrouw (context). Bij elke stap die de man zet, beïnvloedt hij de beweging van de vrouw. De beweging van de vrouw (context) beïnvloedt op haar beurt de volgende stap die de man zet (actie). Zo beïnvloeden ze elkaar in de beweging van de dans, in de interactie. De acties van de man kunnen niet los gezien worden van de bewegingen van de vrouw en andersom, ze vormen samen een vloeiende interactie. Er is een doorlopende interactie tussen de actie en de context. De context beïnvloed de actie en de actie beïnvloed de context, keer op keer.
Er is een doorlopende interactie tussen actie en context
Naast de bewegingen van de vrouw, zijn er nog meer contextuele factoren denkbaar waar de man mee interacteert tijdens de dans, zoals de muziek, andere dansers, de plek waar de dans plaats vindt, etc. De context hoeft dus niet één ding te zijn, maar kan uit meerdere factoren bestaan.
Alles kan actie zijn, alles kan context zijn
Ik zie al voor me dat menig feminist naar het beeldscherm schreeuwt: de vrouw kan ook de actie zijn, vrouwen zijn geen lijdend voorwerp hoor! En dat klopt, we kunnen de dans ook bekijken vanuit het perspectief van de vrouw. Als we dat doen, dan zijn de bewegingen van de vrouw de actie en de bewegingen van de man de context. De vrouw beïnvloedt met haar acties de beweging van de man en de vrouw past haar acties aan, aan de bewegingen van de man. Dat is binnen het contextualisme geen enkel probleem.
Wat actie is en wat context staat niet vast.
Hiermee zijn we gelijk bij een interessant punt beland: wat noemen we een actie en wat noemen we een context? Volgens de contextualist staat dat niet vast. Meestal is de actie datgene waar we primair in geïnteresseerd zijn, de rest is context. Waar we primair in geïnteresseerd zijn, is afhankelijk van onze voorkeuren, onze vragen en doelen. In principe kan dus alles een actie zijn en alles een context. Wat actie is en wat context is, is afhankelijk van onszelf. Een bepaalde mate van subjectiviteit, waar we niet aan ontkomen, zit dus al ingegoten in deze wereldhypothese. Maar, als we zelf bepalen wat actie is en wat context is, hoe weten we dan wat waar is?
Waarheid
Zoals we eerder hebben gezien, heeft iedere wereldhypothese zijn eigen waarheid. Bij het contextualisme kan alles context zijn en alles een actie zijn. En wat actie is en wat context is, is ook nog allemaal afhankelijk van onszelf. Wat is dan nog waar? Hoe kan je nog iets bevestigen of ontkrachten? Dit laatste is nodig voor wetenschap (zie een eerder artikel). Volgens de contextualist is iets waar als het succesvol werkt om een doel te bereiken.
Iets is waar als het succesvol werkt voor een doel.
Welk doel? Dat maakt niet uit. Je beslist zelf wat het doel is. Er is dus geen waarheid zonder een doel en het doel is afhankelijk van wat jij beslist dat het doel is. Het contextualisme schuurt in die zin een beetje aan tegen mysticisme. Zoals we in een eerder artikel gezien hebben is volgens het mysticisme iets waar omdat jouw intuïtie of gevoel van Liefde dat aangeeft. Beiden zijn behoorlijk subjectief georiënteerd. Alleen bij het mysticisme is er geen discussie mogelijk of iets waar is. Als jouw intuïtie zegt dat het waar is, dan is het zo, einde discussie. Dat is dat bij het contextualisme anders. Als iemand zegt wat zijn doel is, dan kan iemand anders bevestigen of ontkrachten of een bepaalde actie werkt voor dat doel of niet. Of iets werkt voor een doel kunnen we toetsen met wetenschap en we kunnen er een wetenschappelijke discussie over hebben. Het doel zelf is alleen niet te bevestigen of ontkrachten met wetenschap. Het doel is het doel en die staat niet ter discussie.
Door de focus op of iets werkt voor een doel, wordt het contextualisme ook soms pragmatisme genoemd. Is iets praktisch om een bepaald doel te bereiken? Zo ja, dan is het waar.
Laten we nog even verder kijken naar een aantal interessante eigenschappen van het contextualisme als filosofische stroming.
Alles is uniek, alles is in verandering
Elke actie in context is uniek. Ook al lijken twee acties nog zo op elkaar, de hele actie in context is nooit hetzelfde (Biglan & Hayes, 1996). Neem tandenpoetsen. Je poetst elke avond je tanden. Maar, geen van de keren is exact hetzelfde, waarin de hele actie én de hele context precies hetzelfde zijn. Geen enkele gebeurtenis is precies hetzelfde en zodoende bestaan er geen patronen. Je kan wel iets een patroon noemen, als dat werkt voor je doel. In dat geval heb je elementen genomen van verschillende acties-in-contexten die overeenkomen. Bijvoorbeeld: elke keer dat ik mijn tanden poets, doe ik dat met een tandenborstel. Het element wat overeenkomt, is het gebruik van een tandenborstel.
Elke keer tandenpoetsen is uniek
Op basis waarvan heb je juist voor deze elementen gekozen? Waarom kies ik de tandenborstel? Op basis van je doel. In mijn geval, omdat ik denk dat de tandenborstel een logisch, leuk en pakkend voorbeeld is in deze tekst. Ik had ook kunnen zeggen dat het een patroon is dat ik nooit een vinger in mijn oor steek terwijl ik m’n tandenpoets. Dat is ook een element wat overeenkomt. Maar waarom zou ik dat een patroon noemen? Dat is heel onlogisch. Een patroon is niet iets wat bestaat in de werkelijkheid, wat je een patroon noemt is uiteindelijk afhankelijk van datgene wat relevant is voor je doel.
Ik poets nooit mijn tanden met een vinger in mijn oor.
Alles is uniek, dan is nooit iets hetzelfde. Het logische gevolg is dat alles altijd in verandering is. Dat betekent dat volgens het contextualisme niks blijvend is. Wat vandaag zo is, kan morgen anders zijn. Zelfs wat waarheid is en wat het contextualisme is kan veranderen. Je kan het contextualisme ook zien als een doorlopende stroom die altijd in beweging is (Barnes-Holmes, 2000).
Actie in context als een doorlopende stroom: altijd in beweging
Geen ontdekking, maar een creatie
Een van mijn kleine plezieren in het leven zijn woorden die, als je ze ontleedt, precies zeggen wat ze betekenen. Ontdekken is zo een woord. Het idee van ontdekken is dat datgene wat je ontdekt, eerst bedekt was. Alsof het toegedekt is met een kleed en nu heb je het kleed weggehaald, en nu is het ont-dekt. Ont-dekken impliceert dat datgene wat je hebt ontdekt, er altijd al was, maar dat je het eerder niet gezien hebt, omdat het bedekt was. Columbus heeft Amerika ontdekt: het was er altijd al, maar we wisten er niet vanaf. Columbus heeft het bestaan van Amerika ont-dekt.
De sleutel was er altijd al, alleen bedekt. Nu is hij ont-dekt.
Leuk weetje: in het Engels is het precies hetzelfde: dis-covery. Wat we eerder hebben gezien in wereldhypotheses is dat een theorie een ontdekking is. Een ontdekking van de werking van het mechanisme (mechanisisme), de ontdekking van de natuurlijke cyclische beweging (organisisme) of de ontdekking van patronen in eigenschappen (vormisme). In deze theorieën verwijst een ontdekking naar iets wat echt bestaat. Wetenschap wat gericht is op te ontdekken wat écht zo is, noemen we ook wel ontologie.
In het contextualisme is een theorie geen ontdekking, maar een creatie. Een creatie die een bepaald doel dient. De theorie is waar als het het doel dient, anders niet. Dit is heel anders dan bij een ontdekking. Bij een ontdekking, wil je dat de theorie zo goed mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid (ontologie). Een contextualist is daar niet per se in geïnteresseerd. Hoe de werkelijkheid eruitziet, is afhankelijk van je perspectief. Je perspectief is afhankelijk wat je als actie ziet en wat je als context ziet. Wat je als actie ziet of als context is afhankelijk van je doel. In het contextualisme gaat het er niet om, om de echte werkelijkheid te ontdekken, maar gaat het erom om dingen te creëren die succesvol werken voor een doel. Zo is een wetenschappelijk onderzoek een creatie met als doel om, op een systematische manier, een vraag te beantwoorden. De expeditie van Columbus was een creatie met als doel om een kortere route naar Azië te vinden.
Een theorie is een creatie om een doel te bereiken.
Sommige wetenschappers en wetenschapsfilosofen beweren dat het contextualisme of pragmatisme helemaal niet geïnteresseerd is in hoe de wereld echt is, in ontologie. Zij beweren dat men vanuit het contextualisme alleen geïnteresseerd is in of iets succesvol werkt voor een doel en niet in de echte werkelijkheid (Barnes-Holmes, 2000). Zo kan je tegenkomen dat ontologie en pragmatisme of contextualisme als tegenovergestelde worden gezien.
Contextualisme succesvol voor wetenschap?
Binnen de wetenschap is het handig dat mensen samen komen om datgene waar ze in geïnteresseerd zijn beter te begrijpen. En dat deze mensen gezamenlijk optrekken om een uitgebreid wetenschappelijk systeem te maken om deze dingen beter te kunnen begrijpen (Hayes & Fryling, 2023). Alleen, als iedereen zijn eigen persoonlijke doelen nastreeft, dan is het lastiger samen te werken binnen eenzelfde onderzoeksgebied. Het gevaar is dat ieder op zijn eigen eiland werkt, voor zijn eigen doel. Zo kan het voorkomen dat een onderzoeksgebied fragmenteert in allerlei kleine onderzoeksteams, die allemaal bezig zijn voor hun eigen doel. Zo kan je de samenhang verliezen die nodig is om op grootschalige wijze wetenschap te bedrijven. Dit is, op de langere termijn, een risico en wellicht een nadeel van het contextualisme.
Contextualisme in de psychologie
Dit is het punt waarop ik normaal gesproken bespreek hoe je het contextualisme terugziet in de psychologie. Dit komt nog uitgebreid aan bod, als we het Functioneel Contextualisme gaan behandelen. Voordat het zover is, zal ik eerst in de volgende blog nog wat afsluitende woorden wijden aan de wereldhypotheses. Bijvoorbeeld wat als je wereldhypotheses wil mengen?
Ik vind het belangrijk dat deze kennis vrij toegankelijk is. Vond je dit artikel waardevol? Dan kun je me steunen met een vrijwillige bijdrage, klik hier voor meer.
Referenties
Barnes-Holmes, D. (2000). Behavioral pragmatism: No place for reality and truth. The Behavior Analyst, 23, 191-202.
Biglan, A., & Hayes, S. C. (1996). Should the behavioral sciences become more pragmatic? The case for functional contextualism in research on human behavior. Applied and Preventive Psychology, 5(1), 47-57.
Hayes, L. J., & Fryling, M. J. (2023). Interbehaviorism: A Comprehensive Guide to the Foundations of Kantor’s Theory and Its Applications for Modern Behavior Analysis. New Harbinger Publications.
Pepper, S. C. (1942). World hypotheses: A study in evidence (Vol. 31). Univ of California Press.