Eclecticisme: Alle wereldhypotheses op een hoopje

door | dec 7, 2023

Deze blog is onderdeel van de reeks ‘het RFT-woordenboek‘. RFT staat voor Relational Frame Theory. Dat is een geweldige theorie over hoe taal en ons gedrag samenhangen. RFT kan voor nieuwkomers wat uitdagend zijn om in te komen. Het heeft veel woorden die haast wel een vreemde taal lijken. Daarom zijn deze blogs er, als een soort woordenboek voor RFT. De dikgedrukte woorden in de tekst vind je terug in het woordenboek.

In de vorige blogs hebben we gekeken naar de verschillende wereldhypothese die Pepper (1942) onderscheidt: Het animisme en het mysticisme waren volgens Pepper niet geschikt voor wetenschap. Het vormisme, organisisme, mechanisisme en contextualisme wel. We hebben gezien dat iedere wereldhypohese zijn eigen waarheid heeft. Hier wil ik nog even op terugkomen in deze blog en hoe dit samenhangt met het vermengen van wereldhypotheses.

Waarheid

Het is al een paar keer langsgekomen, maar ik wil het toch nog maar eens herhalen. Geen van de wereldhypotheses is beter dan de ander. Geen enkele is goed of fout. Zelfs de wereldhypotheses die geschikt zijn voor wetenschap, zijn niet per definitie beter of slechter, dan de wereldhypotheses die niet geschikt zijn voor wetenschap.

Om dit wat duidelijker uit te leggen, kan je de wereldhypotheses zien als spelletjes. Net zo als dat iedere wereldhypothese zijn eigen regels heeft voor of iets waar is of niet, heeft ieder spel zijn eigen regels voor wanneer iemand heeft gewonnen. Zo heb je bijvoorbeeld bij het kaartspel ‘pesten’ gewonnen als al je die eerste bent die al zijn kaarten heeft weggespeeld. En bij monopolie heb je gewonnen als je als laatste overblijft. Of je wint, is afhankelijk van welk spel je speelt. Er bestaat geen winnen of verliezen buiten het spelen van een spel.

Zo is het ook met waarheid en wereldhypotheses. Waarheid bestaat alleen binnen een wereldhypothese. Buiten de wereldhypotheses om bestaat geen waarheid. Je kunt dus niet zeggen dat een wereldhypothese fout, of beter of slechter is dan een andere wereldhypothese. Als we dat zouden doen dan zou er een waarheid buiten de wereldhypotheses zijn. Een waarheid, die meer waar is dan de waarheid van de wereldhypotheses zelf. Als dat zo is, dan zijn de wereldhypotheses overbodig. We zouden dan gewoon deze overkoepelende waarheid kunnen gebruiken en de wereldhypotheses bij het vuil zetten. Voor zover we weten bestaat deze waarheid niet.

Monopoly en Pesten zijn verschillende spelletjes met hun eigen regels

Wereldhypotheses mengen

Misschien denk je nu, wat nou als we alle wereldhypotheses samenvoegen (dat heet eclecticisme), dan bundelen we de kracht van iedere wereldhypothese. Dat klinkt in eerste instantie heel aantrekkelijk, maar dat kan op langere termijn problemen op leveren.

Het mengen van wereldhypotheses is een beetje als het mengen van spelletjes. Elk spel heeft zijn eigen set aan regels om het spel te spelen. Al deze regels hebben alleen maar een betekenis binnen het kader van dat spel.

Stel, we gaan ‘pesten’ met monopolie mengen. Hoe weet je wanneer er iemand gewonnen heeft? Als de eerste bent van wie alle kaarten op zijn? Dat is niet hoe monopolie werkt. Als je als laatste overblijft? Dat is niet hoe pesten werkt. Welke regels neem je dan over van monopolie en welke van pesten. Hoezo die regels wel en anderen niet? En ja, misschien is dit leuk voor avondje, maar meestal eindigt het in een chaos, waarin niemand meer weet wat ze precies aan het doen zijn en wat de betekenis is van het spel.

 

Van Monopoly en Pesten één spel maken kan snel een chaos worden.

Zo is het ook met het mengen van wereldhypotheses. Als je ze mengt gebruik je dan het waarheidscriterium van het vormisme of het organisisme? En waarom? Wat neem je over van de een en wat van de ander? Hoezo precies die elementen en andere niet? Vaak is het aan het begin spannend en leuk om dingen samen te voegen en verbanden te zien tussen verschillende wereldhypotheses. Toch eindigt het vaak in een soep waarbij de richting onduidelijk is.

Beter is het om ze gescheiden te houden en één wereldhypothese te kiezen, die het beste bij je past. De enige uitzondering hierop is het contextualisme. Bij het contextualisme kan je eigenschappen van andere wereldhypotheses overnemen, zolang het bijdraagt aan het succesvol werken voor je doel. Maar ook hier zou ik voorzichtig mee zijn. Voor je het weet zit je in een mengelmoes waar je door de bomen het bos niet meer ziet.

Van het Mechanisisme en het Contextualisme één wereldhypothese maken, kan snel een chaos worden.

Ik hoop dat ik een overzicht heb gegeven van de verschillende filosofische uitgangspunten waaruit je kan kiezen. De meeste mensen hebben een voorkeur. Ik heb ook een voorkeur en daar is niks mis mee. Mijn voorkeur is niet beter of slechter dan jouw voorkeur. Als je een workshop of opleiding bij me komt volgen weet je vanuit welk bril dit gegeven wordt (het contextualisme) en kan je kiezen of dat bij je past en of je daar meer over wil weten. Mij heeft het in ieder geval veel gebracht.

In de volgende blog gaan we een specifieke vorm van het contextualisme onder de loep nemen, namelijk het Functioneel Contextualisme. Op deze stroming is de Relational Frame Theory gebaseerd.

Ik vind het belangrijk dat deze kennis vrij toegankelijk is. Vond je dit artikel waardevol? Dan kun je me steunen met een vrijwillige bijdrage, klik hier voor meer.

Referenties
Pepper, S. C. (1942). World hypotheses: A study in evidence (Vol. 31). Univ of California Press.